Examples of using Echt zielig in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
An8}Dat is echt zielig.
Elizabeth identificeerde een tijd in haar leven wanneer ze zich echt zielig voelde.
Echt zielig.
Het is echt zielig.
Ik vind het echt zielig voor hem.
Je bent echt zielig, jullie beiden.
Echt zielig.
Echt zielig.
Echt zielig!
Echt zielig! Hee, pas op hè.
Echt zielig! Hee, pas op hè.
Dat klinkt echt zielig.
Je bent echt zielig.
Je bent echt zielig.
Nu ben je echt zielig.
dat is echt zielig.
Wat zwak. Echt zielig.
Ja, echt zielig.
ben je echt zielig.
Echt zielig dat er nog mensen zijn die die onzin op tv allemaal geloven, bah.