Examples of using Geef de jongen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Geef de jongen aan Sir Gongsun.
Mr. Starbuck, geef de jongen een harpoen.
Geef de jongen wat geld.
En ik geef de jongen een mooi leven.
Geef de jongen zijn gerief.
Geef de jongen ook wat vlees.
Geef de jongen het eten, Mercy.
Geef de jongen wensruimte.
Ik geef de jongen alle educatie die hij nodig heeft.
Roni, geef de jongen wat ruimte.
Dat is van mij. Geef de jongen zijn boek.
Geef de jongen een lesje.
Geef de jongen een kans.
Frankie, geef de jongen een pak.
Geef de jongen hier!
Geef de jongen, dan geef ik je het mes.
Sukkel. Geef de jongen hier!
Geef de jongen geld zodat hij zijn mond houdt.
Sukkel. Geef de jongen hier!
Ik geef de jongen 20 punten.