Examples of using Zegt de jongen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Vader, laten we nu gaan," zegt de jongen.
Er is een gevecht gaande in mij, zegt de jongen.
En wat zegt de lachende jongen daarvan?
Geen idee zegt de jongen van het Skógar museum als ik vraag welk doel de botten dienen.
Zegt de jongen die niet naar huis naar de maan moet gaan iedere avond.
Nee, zegt de jongen; de mensen die vanmorgen weggegaan zijn hebben de sleutel meegenomen,
Ik heb een beter plan, zegt de jongen als K. hem loslaat.
Dan zegt de jongen: Hoe denk je dat ik aan de deurbel kwam?
Nee… maar ik kan wel die ene redden.- En dan zegt de jongen.
Zei de jongen naar zijn geliefde,"Schat, opstaan.
Je bent oud,"zei de jongen," een nauwelijks zou veronderstellen.
Maar," zei de jongen,"hoe kunt u dat weten?
Ja," zei de jongen."Ik was graag hier gebleven.
Ga weg!', zei de jongen tegen de hond.
Stil, zei de jongen.
Zei de jongen met de pomponmuts!
Ik denk dat ik dat wel kan vinden,' zei de jongen.
Ik woon hier samen met mijn moeder," zei de jongen.
Het' s de exacte replica van onkruid," zei de jongen.
een vliegende scooter", zei de jongen.