SAY in Dutch translation

• zeggen
• beweren
• vertellen
• stellen
• stel
• zeg
• zegt
• zei
• beweert

Examples of using Say in English and their translations into Dutch

Can you say what the Circus of Books is?
Kun je vertellen wat Circus of Books is?

Just say yes or no.
Alleen ja of nee zeggen.

Who you say he was?
Wie zei u, dat hij is?

Well, let's say I have hope.
Goed. Laten we stellen dat ik hoop heb.

Anything you say can and will be used against you.
Wat u zegt kan tegen u worden gebruikt.

With Marco, please say with Marco.
Met Marco. Zeg alsjeblieft met Marco.

Yes.- But say I'm at an ATM.
Maar stel, ik ben bij een geldautomaat.- Ja.

They say this ruffian, Robert Frobisher, is a composer.
Ze beweren dat die… schurk Robert Frobisher componist is.

You can't say what you don't know.
Je kan niet vertellen, wat je niet weet.

Or should I say Marcus?
Of moet ik zeggen Marcus?

And you say that he.
En u zei dat hij.

And you say you can fight?
Jij beweert te kunnen vechten?

Milhouse mother say Milhouse handsome!
Milhouse moeder zegt Milhouse knap!

You can say the war did him no good.
Je kunt wel stellen dat de oorlog hem treft.

Say something. Miller, Harper, Bryan.
Zeg iets. Miller, Harper, Bryan.

Would you say that you loved him?
Wil je beweren dat je van hem hield?

Say I want a red ball.
Stel dat ik een rode bal wil.

I could not say what I did not see.
Ik kan niet vertellen wat ik niet gezien heb.

And I will say,"Yes.
En ik zal ja zeggen.

And you say your niece is here?
En u beweert dat uw nicht hier is?