Examples of using Grootboek in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De journaal en het grootboek zijn niet in balans.
Maar een grootboek moet betrouwbaar zijn
Een in leer ingebonden grootboek. en alle overschotten.
Dezelfde grootboek,, en Dit is ware het ging slecht denk ik.
We moeten dat grootboek vinden, Katya.
In de marge wordt verwezen naar de desbetreffende bladzijde van het grootboek.
Beide geven een bepaalde mate van zekerheid omtrent de onveranderlijkheid van het grootboek.
Zeer schaalbaar omdat niet alles in één grootboek geramd hoeft te worden.
Automatische afstemming via feeds rechtstreeks naar uw grootboek of beheersysteem(EPA).
CloudBilling kan een export genereren naar uw grootboek of boekhoudsoftware.
Iedereen in het netwerk heeft een kopie van dat grootboek.
Het is een soort spreadsheet, het grootboek, een distributed ledger.
O, ik weet over welk grootboek je het hebt.
Het lijkt of John Doe een grootboek heeft bijgehouden.
Goetz en z'n mannen hebben haar vermoord voor dat grootboek.
Het grootboek.
Zo wist ik van het grootboek.
direct terecht in het grootboek.
Waar sta jij met het grootboek?
Meng gegevens van cost accounting en grootboek.