Examples of using Hier wonen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Wie zou hier wonen?
Ze moet hier wonen. Bancroft?
Hier wonen, trekt niemand aan.
Beverly laat je hier wonen?
Niet sinds we hier wonen.
De reden dat wij hier wonen.
Dat is de reden waarom de meeste gezinnen die hier wonen Christenen zijn.
De meisjes die hier wonen, weten heel goed wat niet mag.
Je komt hier wonen?
Ze moet hier wonen. Bancroft?
Hier wonen is vernederend genoeg.
en laat me hier wonen.
Toen Molly… Na haar dood kwam ik hier wonen.
Ik kan niet geloven dat we hier wonen.
De meisjes die hier wonen, kennen Mona's regeltjes.
Ik ga hier wonen, denk ik.
Kom je hier wonen?
Of ik blijf hier wonen, Robin.
Hier wonen al duizenden jaren adelaarjagers.
En toch kwam ik hier wonen.