Examples of using Hij vreesde in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij vreesde een opstand.
En hij vreesde het.
Hij vreesde voor z'n leven.
Hij vreesde dat we insolvent waren.
Bewijs dat hij vreesde dat jij iets zou doen om 'm te stoppen.
Want hij vreesde binnen Zoar te wonen.
Z"n verbeelding maakte dat hij zag wat hij vreesde te zien.
Heeft hij iets gezegd dat suggereerde dat hij vreesde voor zijn leven?
Hij vreesde God en schuwde het kwaad.
Hij vreesde dat hij aan het inhoudsloze bestaan zou wennen.
Of hij vreesde degene die hij diende.
Hij vreesde voor zijn leven, dus droeg hij een wapen.
Hij vreesde zijn oude conservatieve rivaal, het leger.
Hij vreesde dat er bloed zou vloeien als hun klachten niet werden aangepakt.
Omdat hij vreesde voor zijn leven besloot hij Frankrijk te verlaten.
Hij vreesde dat dit de winst niet ten goede zou komen.
Omdat hij vreesde voor de veiligheid van zijn medestanders.