Examples of using Hoor je in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
En dat hoor je ook te zijn.
Pap? Hoor je me?
Hoor je wat ik zeg, lieverd?
Hoor je me, Vanessa?
Ruby, hoor je me? Ruby. Ruby.
Fifield, hoor je me?
Hoor je bij de winnaars of verliezers?
Dus hoor je beter te weten.
Volgens je medisch dossier hoor je dood te zijn.
Niets. Hoor je wat ik zeg?
Hoor je me? Brooklyn Boy?
Hoor je me, Jonty?
Hoor je me, Zakarian? Open de ventilatie.
Hoor je me, Joan?
Fifield, hoor je me?
Waarom hoor je bij Buy More?
Volgens Roberta hoor je dat te zijn.
Hoor je me, we hadden kunnen winnen!
Nerveus.- Dat hoor je te zijn.- Opgewonden.
Supergirl, hoor je me? Het is overal.