Examples of using Is jouw auto in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Wat? Maar dit is jouw auto.
Waarom niet? Het is jouw auto.
Ik bedoel, het is jouw auto.
Bel zelf. 't Is jouw auto.
Hé, man, het is jouw auto.
Mijn verzekering? Het is jouw auto.
Maar dat is jouw auto niet.
Is jouw auto een rode SUV?
Waar is jouw auto, G?
Waar is jouw auto?
Ik ben Annie. Dit is mijn huis en dit is jouw auto.
Is jouw auto helemaal origineel,
Dit is jouw auto, drie straten van het magazijn, net als Wally zijn dienst beëindigd.
video geüpload, is jouw auto de eerste!?!
Dit is mijn huis en dit is jouw auto.
Welke is jou auto?
Dat is jou auto hierbuiten, of niet?
Vertel jij het me maar, het is jou auto.
En waar was jouw auto?
Het was jouw auto, jouw feestje.