Voorbeelden van het gebruik van Is jouw auto in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Waar is jouw auto? Ja.
En dit is jouw auto, toch?
Waar is jouw auto?
T Is jouw auto.-Bel zelf.
Waar is jouw auto?
Waar is jouw auto?
Is jouw auto ook kapot?
Het is jouw auto.
Dit is jouw auto, toch? Clara?
Welke is jouw auto?
Welke is jouw auto?
Hoe veilig is jouw auto?
Toe maar. t Is jouw auto.
Het is jouw auto en hij is goed,
Dit is jouw auto, drie straten van het magazijn,
Het was jouw auto.
Het was jouw auto.
Misschien was jouw auto buiten geparkeerd toen Penny vermoord werd.
Ten tweede, het was jouw auto.
Tony, dat was jouw auto.