AUTO - vertaling in Nederlands

• auto
• wagen
• voertuig
• auto's
• autootje

Voorbeelden van het gebruik van Auto in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Dein Auto ist verkeimseucht.
Jouw voertuig is besmet.

Wir fanden einen Laptop in Brunos Auto.
We vonden een laptop in de wagen van Bruno.

Ins Auto mit ihr.
Zet haar in de auto.

Dieses kleine Auto habe ich aus dem Zelazney Building.
Ik heb dit autootje uit het Zelazney" gebouw meegenomen.

Du ramponierst mein Auto, pendejo! He du, cabrón!
Je maakt m'n auto's stuk, pendejo. Hé, cabrón!

Das ist das Auto, das in Sandra Stotlers Garage stand.
Dit is het voertuig die in Sandra Stotler's garage stond.

Wo habe ich mein Auto abgestellt?
Waar heb ik mijn wagen geparkeerd?

An8}Blaues Auto auf dem Parkplatz.
In de blauwe auto op de parkeerplaats.

Das Auto ist meine einzige Einkommensquelle.
De auto's is mijn enige bron van inkomsten.

Schönes Auto.
Leuk autootje.

Das Auto war ja nicht mal im Gang.
Het voertuig stond niet eens in de versnelling.

Ich habe Kleber im Auto.
Ik heb lijm in de wagen.

Und dein beschissenes Auto.
En die aftandse auto van je.

Auto und LKWs.
Auto's en trucks.

Wo hast du das Auto gefunden?
Waar heb je dat autootje gevonden?

Ich lasse in 16 Staaten nach ihrem Auto fahnden.
Ik liet Vermiste Personen zoeken naar haar voertuig in 16 staten.

Ins Auto mit ihnen!
Zet ze in de wagen.

Das könnte man mit einem elektronischen Chip am Auto machen.
Je zou dat kunnen doen met een elektronische chip op de auto.

Ich sehe kein Auto des Konsortiums.
Ik zie geen Consortium auto's.

Haben Sie ein Auto gesehen?
Heb je 'n klein autootje gezien?