Voorbeelden van het gebruik van Is jouw probleem in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wat is jouw probleem met mij?
Genoeg. Rukker. Wat is jouw probleem?
Wat is jouw probleem met mij?
Wat is jouw probleem met Bryan?
Wat is jouw probleem met haar?
Luan, Mosi is jouw probleem, niet dat van ons.
Wat is jouw probleem? Serieus?
En wat is jouw probleem, Alex?
Wat is jouw probleem, Lindley?
Wat is jouw probleem, Mickey?
Wat is jouw probleem?
De rest is jouw probleem, Guillermo.
Wat is jouw probleem, man?
Dat is jouw probleem, Ralph.
Wat is jouw probleem, Peter?
Hé man, wat is jouw probleem?
Het is jouw probleem, niet dat van Blake of mij.
Nee. Hij is jouw probleem.
Wat je bent, is jouw probleem.
Wat is jouw probleem?