Voorbeelden van het gebruik van Is jouw ding in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Nee, restaurantpersoneel is jouw ding.
Wat is jouw ding?
Wat is jouw ding?
Alles is jouw ding.
Beschuldigen zonder bewijs is jouw ding.
Dit is jouw ding.
Dit is jouw ding.
Dat is jouw ding.
Bedrijfsrecht is jouw ding, dit het mijne.
Brian, dit is jouw ding, dus waarom doe jij dit niet?
Dit is jouw ding.
Maar het is jouw ding.
Waarom weet ik niet, maar dat is jouw ding.
Vaderlijk instinct is jouw ding.
Wat is jouw ding?
Wat is jou ding?
Bergen zijn jouw ding, dus ga naar de top.-Soldaten?
Oppikken van meiden is jou ding, Dean.
Bommen zijn jouw ding.
Maar kleren zijn jouw ding.