Voorbeelden van het gebruik van Ding in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Een ding, zijn ogen? Dat zijn- ze noemen ze oog lenses.
Dat ding is door jou naar buiten gekomen.
Maar een ding begrijp ik niet.
Dat ding heeft mijn zoon.
Het ding met Rose is
Maar ik heb de laatste dagen een ding geleerd.
Dat ding is deels Raptor.
Heb je dat ding echt zelf gemaakt?
Lk wou één ding vragen over Charlie's notities.
Vlieger. Er is een ding Aan het eind van dat koord?
Een ding was me nog niet duidelijk.
De schaduw. Dat ding dat de Leegte beheerst.
Dit hele ding, ik.
Maar het is jouw ding.
Als dat Tampa ding doorgaat, denk je dat jij het hier kan runnen?
De nuttigheid van een ding maakt het tot een gebruikswaarde.
Dit ding heeft vleugels. Ga!
Dat ding, waar ging het heen?
Weet je hoe je met dat ding moet rijden? Dat is wat jij zegt?
Dit ding zit echt los. Het vergde alleen concentratie en.