Examples of using Jemma in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Toen Jemma drie was, was haar vader al uit beeld.
Jemma, ik weet dat het geen goed moment is,
Fitz was Jemma's… Ze waren verliefd.
Voorzichtig, Jemma.
Mijn dochter Jemma.
Jemma, alsjeblieft!
Jij en Jemma.
Daarvoor Jemma.
Het is Jemma.
Moet Jemma vinden.
Fijne verjaardag, Jemma.
Niet doen, Jemma.
Goed nieuws, Jemma.
Iets wat Jemma zei.
Alsjeblieft, spaar Jemma.
Niet vechten, Jemma.
Jemma en natuurlijk Daisy.
Niet meer Jemma rondrijden.
Jemma, vertrouw niemand.
Jemma heeft hem verzonnen.