Examples of using Jouw dochter in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Zij is duidelijk jouw dochter.
Chloe is niet jouw dochter.
We hebben twee van hen opgegeven voor jouw dochter.
Case, het is jouw dochter.
Moge de volgende jouw dochter zijn, Myriam!
Dan… Jill McCloud heeft jouw dochter vastgezet.
Mama. Is dit jouw dochter?
En Emma is nog altijd jouw dochter.
Mama. Is dit jouw dochter?
Ja, ik ben blij jouw dochter te zijn.
Dit is tussen jou en jouw dochter.
Dit is allemaal begonnen met jouw dochter, Alan.
En nu ben ik jouw dochter.
Maar Steve… Ze is niet jouw dochter.
Heef jouw dochter jouw begaafdheden?
Mama… Jouw dochter, Hannah, hoe is het met haar?
Jouw dochter wel.
Mijn zoon en jouw dochter waren vrienden.
Lou Bond. Jouw dochter liet me binnen.
Mijn vrouw en jouw dochter.