Examples of using Leren kennen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Niet voordat we elkaar beter hebben leren kennen.
Daarom dacht ik dat deze jongeman u wel wilde leren kennen.
Ik heb een heel grappig meisje leren kennen.
de veldwerkers hebben ze God leren kennen.
Oh, je bedoelt als in andere meiden leren kennen?
Je kunt nog iemand leren kennen.
Wil je me leren kennen of zo?
Binnen een jaar zult u zichzelf leren kennen.
Ik was even af en kijk wie er is. Ik heb je vrienden leren kennen.
Ik wil je niet leren kennen.
Je hebt een vrouw leren kennen.
Leren kennen en gebruiken van de verschillende technologieën en functies.
Ik mocht er de gestigmatiseerde zieneres, zr. Agnes Sasagawa, persoonlijk leren kennen.
Mijn grootste hobby is reizen en het leren kennen van nieuwe culturen.
Ze willen je leren kennen.
Laten we haar leren kennen.- Neem op.
Zo moet je me leren kennen.
Nou, ik zou jullie wat meer moeten leren kennen.
Ik moet haar leren kennen.
Ik had 'm graag leren kennen.