KNOW in Dutch translation

• weten
• kennen
• begrijpen
• weet
• kent
• ken
• snap
• begrijp
• wist
• wisten
• begrijpt
• kende
• snapt
• kan

Examples of using Know in English and their translations into Dutch

But I know nothing of who I am.
Maar ik weet niets van wat ik ben.

You know my mother well.
U kent m'n moeder goed.

You know, I know somebody that resembles this.
Weet je, ik ken iemand die hierop lijkt.

I know this. I knew this.
Ik wist dit. Ik weet dit.

We know the mother was either Sarah or Lisa.
We weten dat Sarah of Lisa de moeder is.

We know our daughter, Agent Bishop.
We kennen onze dochter, agent Bishop.

Then you know what it's all about.
Dan begrijp je waar het om gaat.

Now I know how Hillary feels.
Nu snap ik hoe Hillary zich voelt.

I know Ezra Wolf did.
Ik weet dat Ezra Wolf dat heeft gedaan.

You know my mother's killer?
Kent u m'n moeders moordenaar?

I know the FBI's SOP. It's over!
Ik ken de FBl-procedures. Het is voorbij!

I know how he was, Ava.
Ik wist hoe hij was, Ava.

No.- We know that already.
Dat wisten we al. Nee.

We must know about John Wayne
We moeten het weten John Wayne

You and I both know the truth, Veronica.
Jij en ik kennen de waarheid, Veronica.

Danica, I know this isn't easy for you.
Danica, ik begrijp dat dit niet makkelijk voor je is.

I know this is hard for you.
Ik snap dat dit moeilijk voor je is.

But I want to.- I know.
Dat weet ik, maar ik wil het.

And we know you. You know me.
U kent mij… en wij kennen u.

I know someone who knows someone.
Ik ken iemand die iemand kent en.