Examples of using Kennen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Kennen jullie deze man?
We kennen hem net.-Bij de League?
Jullie kennen geen wet of regering.
Maar we kennen de rest van het boek.
Grote woorden kennen maakt hem niet eens intelligent.
Brenda en ik kennen elkaar van jaren terug.
We kennen hem ook als een langziende persoon.
Misschien kennen jullie hem hier nog van.
We kennen het probleem.
We kennen een Lemony.
Writer's block kennen we allemaal.
Hij zou de kwaliteit van ons product moeten kennen.
Hoe lang kennen jullie elkaar al?
Maar de vocabulaire kennen is niet genoeg.
Ze kennen de regels en ze overtraden ze. Experimenteren.
We kennen de zwakheden van onze klanten.
Wij kennen de verschillende standpunten.
Wij kennen hun rechtbank niet.
We kennen elkaar net.
Writer's block kennen we allemaal.