WISSEN - vertaling in Nederlands

weten
wissen
erfahren
kennen
herausfinden
verstehen
kennis
wissen
kenntnis
know-how
fachwissen
bekanntschaft
bewusstsein
verständnis
lernen
vertraut
wissensstand
kennen
wissen
haben
kennenlernen
bekannt ist
begrijpen
verstehen
begreifen
wissen
verständnis
erkennen
kapieren
nachvollziehen
einsehen
klar
idee
ahnung
vorstellung
gedanke
wissen
konzept
schimmer
ldee
eindruck
weet
wissen
erfahren
kennen
herausfinden
verstehen
wist
wissen
erfahren
kennen
herausfinden
verstehen
wisten
wissen
erfahren
kennen
herausfinden
verstehen
kent
wissen
haben
kennenlernen
bekannt ist
begrijpt
verstehen
begreifen
wissen
verständnis
erkennen
kapieren
nachvollziehen
einsehen
klar
begrijp
verstehen
begreifen
wissen
verständnis
erkennen
kapieren
nachvollziehen
einsehen
klar

Voorbeelden van het gebruik van Wissen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Was wissen wir über die Diebe?
Wat weten we van onze dieven?
Dieses Wissen kann mit Crichton sterben. Nein.
Nee. Die kennis kan met Crichton sterven.
Wissen wir was über ihre anderen Profile?
Kennen we andere profielen van haar?
Sie wissen nicht, dass Reddington ihn schützt.
Zij wisten niet dat Reddington hem beschermde.
Ja. Parasource. Woher wissen Sie das?
Hoe wist je dat? Parasource.-Ja?
Wissen Sie, wie die beiden sich kennen gelernt haben?
Weet u hoe ze elkaar leerden kennen?
Wissen Sie, wonach die suchten?
Enig idee wat ze zochten?
Sie müssen wissen, Darens Leben ist in zwei Hälften gespalten.
U moet begrijpen, voor Daren, zijn leven is verdeeld in twee helften.
Die Savior wissen nichts davon.
Dat weten de Saviors niet.
Dieses Wissen ist sehr gefährlich.
Deze kennis is zeer gevaarlijk.
Wissen deine Polizeikumpels von deiner Kriegsvorgeschichte?
Kennen je politievriendjes je oorlogsverleden, Philostrate?
Wissen Sie seinen Namen?
Kent u zijn naam?
Sie wissen, dass alle ihn Pionier nennen?
Wist je dat ze hem de Colonist' noemen?
Wir wissen nicht, was es war.
We wisten niet wat het was.
Wissen Sie was, was ich nicht weiß?.
Hoe weet je dat?
Ja. Wissen Sie, warum Ihre Mutter die Polizei anrufen würde?
Ja. Enig idee waarom uw moeder 911 heeft gebeld?
Sie müssen wissen, dass die RFF kein Geld besitzt.
U moet begrijpen dat de RFF' geen geld heeft.
Wir wissen beide, so ist es nicht.
We weten beiden dat dat niet zo is.
Dieses ganze Wissen explodiert alles in meinem Gehirn.
Al die kennis explodeert in mijn brein.
Wir beide wissen, wen wir das fragen können.
We kennen allebei iemand aan wie we dat kunnen vragen.
Uitslagen: 190303, Tijd: 0.126

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands