Voorbeelden van het gebruik van Kennen in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Mensen en menselijke dingen moet men kennen om ze te beminnen.
Natuurlijk moet men ook de CBD poeder kennen.
Dat gezicht, die we tot deze nacht we alleen uit legendes kennen.
Onze fabrikanten kennen niet alleen de productkwaliteitseisen,
Volwassenen kennen de gevaren van de zon
Tijdens het tweede studiejaar kennen studenten het professionele
Het is geschikt voor diegenen die het programma helemaal niet kennen of het beter willen begrijpen- copywriters,
Bright Red is een echt verzamelobject, en niet enkel voor diegenen die Pelikan reeds kennen.
uien een paar veelvoorkomende voorbeelden die de meesten kennen.
Studenten zijn met toenemende regelmaat op sociale media en kennen de profielen van verschillende sociale media.
Pas als we dat van binnen uit kennen en ervaren, worden we vrij om de boodschap van het geweten zonder angst
Slechts één voorbeeld: volgens een enquête uit de jaren negentig kennen 93% van de Japanners die op reis gaan de naam.
Naast haar zijn de andere personages kennen aan u voor andere leuke en geanimeerde versie.
Hij leerde de dalai lama vrij goed kennen in deze tijd en schreef over hem een biografie,
En hoe beter hij haar keerde kennen, hoe meer hij z'n oude leven wou verlaten om een kans op een nieuw leven met haar te krijgen.
Hij leerde een aantal van deze jongens kennen, niet dat ze allemaal gangsters
Op de bijeenkomst leerden we verscheidene klinieken kennen en veel ervan konden ons bekoren,
Ga uiteraard niet aan iedereen die jullie allebei kennen vragen waarom die persoon kwaad op je zou kunnen zijn.
Wanneer dit interview verschijnt zal men reeds de naam van de paus kennen Welk is volgens u het ideale profiel voor de opvolger van Johannes-Paulus II?
Toen leerde ik jou kennen en besefte ik… dat ik mijn dromen zou opgeven voor die van jou.