Examples of using Maar eens in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het zal ons niet vertellen welk kantoor hij gebruikte, maar eens zien.
Ik weet het. Maar eens misschien zal je dat eens willen.
Maar eens we die auto hebben!
Misschien moest je maar eens slapen vannacht.
Vind maar eens een beheerder die de oplossingen écht tot in detail kent.
Misschien niet nu, maar eens wel.
Progg en Fromm, probeer maar eens.
Laat 't nu maar eens lopen.
Als ik maar eens een bladzijde zou mogen bekijken alsjeblieft.
Maar eens moet de eerste keer zijn.
Maar eens we die auto hebben.
die decoder nog maar eens.
Dat zou je hier zo maar eens kunnen worden.
U kunt bijvoorbeeld Kijk maar eens naar het publiek.
Alsjeblieft. als ik maar eens een bladzijde zou mogen bekijken.
Je komt maar eens in de zes of zeven weken.
Je vindt ze wel. Vraag maar eens rond.
Ga maar eens wat slapen.