Examples of using Manager in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Niet alleen als investeerder, maar ook als manager en ondernemer.
Ze is nu een manager.
Nee, het was mijn manager, Jim jacks!
Vraag uw Land Rover Account Manager om meer informatie.
Ze is manager.
En ik ben de manager.
Op de schouders van een manager rusten vaak grote verantwoordelijkheden.
Wat is het? Iets voor een manager.
Met Tariq Hariri, de manager van Ethan Shaw.
De werknemer was duidelijk ondergeschikt aan de manager.
Dat was JD zijn label manager.
Met de manager.
Hetzelfde geldt voor de Wealth Manager.
Mijn man is manager bij Microsoft.
Isaac Malcolm. Mijn business manager.
Jorien en Robin werken beiden als senior manager bij IG.
Wat is het? Iets voor een manager.
Adrian, mijn manager in Frankrijk.
Als de coach en manager en eigenaren.
Dit zijn de kinderen van de HSN manager.