Examples of using Marko in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Welkom op de receptie van Mr. Steinam, Mr. Marko.
Iedereen die ik ken… was erg trots op Marko.
het ongelegen komt, maar kun je Marko een boodschap geven?
Wat betekent dat wat er met Marko gebeurt, ook gebeurt met Cal. Hij voelt nog Marko nog steeds.
Johannes Adam(Hans Adam) Ferdinand Alois Josef Maria Marko d'Aviano Pius, Fürst von und zu Liechtenstein(Zürich,
Het Oudfranse woord marka komt van het Proto-Germaanse marko hetgeen weer afstamt van de Proto-Indo-Europese stam*mereg- hetgeen"grens, uiteinde" betekent.
Door Marko Hollowly en andere traveler goederen
de heer Marko Ilešič, president van de Derde kamer,
Je bent een dichter, Marko!
In Marko's kluisje op z'n werk.
MARKO MLADENOVIĆ: IK WIL JE ZIEN. Pardon.
MARKO MLADENOVIĆ: Ik moet je nu zien.
Tom Ford FT0144 MARKO 18V Zonnebril Op voorraad.
MARKO Romaanse kapel gebouwd in de 1514 jaar.
Jij doodde Marko.
Vervelend van Marko.
We heten allemaal Marko.
Cal voelt Marko.
Marko vertelt me niets!
Ik heb Marko gevonden!