Examples of using Mina in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Plotseling was daar één mina 'l-badoo(een bedouine) die naar hem keek.
In het oude Griekenland was een talent gelijk aan 60 mina of 6000 drachmen.
Deze week heeft Mina een geweldige sketch gemaakt.
Jezus mina, het stinkt hier wel!
Jij en Mina waren vriendinnen, toch? Ja,?
Zo is Mina Harker een moderne zelfstandige vrouw.
Jezus mina, we moeten terug en betalen.
Mina had Arye op bezoek,
Kom, Mina, laten we tonen hoe het moet.
Het is Mina, je verloofde.
Jezus Mina, je speelt vals!
Ja echt, jeetje mina, overal. Echt?
Waar is Mina? Ze heeft haar eigen missie?
Is Mina geen lekker wijf?
En Mina en de gezinnen van die arbeiders?
Maar Mina leidde me naar hem toe.
Als Mina binnen is, grijpen we onze kans.
Maar Mina bracht me bij hem.
Vooreerst zijn er de roots van mijn echtgenote Mina, zij is van Marokkaanse origine.
Ben jij Mina?