MOET OVERTUIGEN in English translation

need to convince
moeten overtuigen
have to convince
moeten overtuigen
hoeven te overtuigen
must convince
moet overtuigen
should convince
moet overtuigen
zou overtuigen
have to persuade
moeten overtuigen
moeten overreden
moeten overhalen
needs to convince
moeten overtuigen
need to persuade
moeten overtuigen

Examples of using Moet overtuigen in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Nee, jij bent het die mij moet overtuigen.
No, it's you who needs to convince me.
Hij is diegene die je daarvan moet overtuigen, ma.
He's the one you need to convince on that topic, ma.
IK ben niet degene die je moet overtuigen.
I'm not the one you have to convince.
Maar ik ben het niet die je moet overtuigen van de onschuld van Rigsy.
But it's not me you need to convince of Rigsy's innocence.
Helaas ben ik niet degene die u moet overtuigen, Miss Waters.
Unfortunately, Miss Waters, I'm not the one you have to convince.
Zij is degene die je moet overtuigen, niet hem.
She's the one you need to convince, not him.
Nu is er nog maar één persoon die je moet overtuigen.
Now there's only one more person you have to convince.
Ik ben niet iemand die je moet overtuigen.
I'm not someone you need to convince.
Bedoel je dat ik haar moet overtuigen?
Do you mean I have to convince her?
ik ben niet degene die je moet overtuigen.
I'm not the one you have to convince.
Als je iemand moet overtuigen.
If you need to convince someone.
Goed… Ik ben niet diegene die je moet overtuigen.
All right… but it's not me you have to convince.
IK ben niet degene die je moet overtuigen.
It's not me you need to convince.
Goed… Ik ben niet diegene die je moet overtuigen.
But it's not me you have to convince.
ben ik niet degene die je moet overtuigen.
I'm not the one you have to convince.
Het is niet Tara die je moet overtuigen.
It's not Tara you have to convince.
Lady, ik ben de laatste persoon die je moet overtuigen met dat.
Lady, I am the last person you have to convince of that.
Zapata die Devon moet overtuigen ten eerste om met haar mee te gaan.
Zapata having to convince Devon to go with her in the first place.
Dat moet overtuigen hem te vertrekken.
That's gotta convince him to leave.
Je moet overtuigen.
You have to sell it.
Results: 77, Time: 0.0645

Word-for-word translation

Top dictionary queries

Dutch - English