Examples of using Observeer in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Observeer jij MI6 agenten?
Observeer deze familie.
Ik observeer graag de gebruiken van uw land.
Observeer en leer ervan.
Observeer, zeg niets.
Zeker… ik observeer de nuancering van jullie geweldige stad.
Observeer en rapporteer over al wat hij doet.
Observeer hoe deze machine werkt.
Ze jarenlang observeer dat vraagt veel meer mankracht.
Observeer jij ze een poosje.
Ik rij gewoon mee en observeer.
Pardon? Ik observeer alleen, meneer?
Observeer walvissen en dolfijnen in vrijheid in Europa!
Blijf daar en observeer alles.
Pardon? Ik observeer alleen, meneer.
Observeer haar en uzelf tijdens de behandeling.
Zelfs in de gevangenis Observeer ik kosmonaut-tradities.
Ik observeer alleen, meneer.- Pardon?
Observeer de dieren alleen van afstand.
Ik kijk EN observeer.