Voorbeelden van het gebruik van Observeer in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
maar in feite observeer je.
Observeer mijn gedachten.
Observeer de hond nauwkeurig na toediening van de tablet.
En wat observeer je?
Observeer de cultuur.
Observeer je ook getrouwde mensen?
Wat observeer je nu?
Ik zie en observeer.
Observeer in stilte.
Blijf daar en observeer alles.
Observeer en rapporteer.
Net als ik iedereen observeer.
Observeer je nu of doe je mee?
Ik kijk EN observeer.
Observeer het Romulaanse bevel en wacht tot Sloan contact opneemt.
Neem dingen in me op.-Ik observeer.
Observeer en meet nauwkeurig.
Ik raad niet, ik observeer.
Observeer en zoek toenadering.
Winnaar zeven. Observeer de cultuur.