Examples of using Onbekwaam in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Gemeen of onbekwaam, weet jij wat erger is? Maar liefje?
Daarmee bedoel je dat ik onbekwaam ben, dat stoort me.
Onbekend Ze konden niet meer onbekwaam zijn.
Ze zouden hem weghalen of mij onbekwaam verklaren.
Wat onbekwaam.
Jullie zijn alleen onbekwaam.
Dit maakt de bundels onbekwaam zich te ontrollen en te scheiden.
Als de 42 Taelons aan boord onbekwaam zijn, wie bestuurt die pendel.
U bent zelfs onbekwaam voor het meest fundamentele acteren.
Sorry, overste, ik wilde niet dat u zich onbekwaam zou voelen.
Die vent die jij hebt is onbekwaam.
Zeg gewoon'nalatig','onbekwaam', of 'aan de drugs.
Dump haar. Ze is totaal onbekwaam.
Liz, ik ben over m'n toeren. Wat onbekwaam.
Onbekwaam om verder te kijken dan zijn eigen verlangens.
Onbekwaam om te leven.
Waarom kan je robots niet minder sociaal onbekwaam programmeren?
Ze beweert dat hij emotioneel radeloos was en psychisch onbekwaam.
Ik voel me doorlopend onbekwaam.
Je moeder was onbekwaam.