Examples of using Ongewapend in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik herhaal, ik ben ongewapend.
Wat?- Je bent ongewapend.
Waarom? Hij was ongewapend.
Deze priesters waren ongewapend.
Mallory?-Leon. Ik ben ongewapend.
Ik geschoot bijna op iemand die ongewapend was.
Ik geef me over. Ik ben ongewapend.
Onverantwoordelijk bezig. Wie ongewapend is, is.
Ik ben ongewapend Sheriff.
Hij was ongewapend.
Luister, we zijn ongewapend.
Die ongewapend zijn.
Ongewapend, begrepen?
Ongewapend, mijn reet!
Jullie komen alle twee ongewapend en vertrekken uit eigen wil.
Autoriteiten zien hem als ongewapend, maar uiterst gevaarlijk.
We moesten ongewapend komen, Hoogheid.
Ik ga naar de stad. Ongewapend en in gewone kleren.
Ze zijn beide ongewapend.
Zakelijke discussies kun je het beste ongewapend voeren.