Examples of using Oproer in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De Albianen kennen de straf voor oproer.
Na al het bloedvergieten en oproer?
treden op in een seizoen van stedelijke oproer.
Verzet in Milaan, oproer in Hongarije.
Ik begin geen oproer.
Sir.- Hij is schuldig aan oproer.
Er is veel oproer. Waarom niet?
Door het creëren van chaos, en oproer waar zij ook verscheen.
Laatst… reed hij op z'n motor door een oproer in Chiapas.
Je bent bang dat ik zal worden aangezet tot oproer?
Het is voor zover bekend het eerste georganiseerde oproer ooit in de Alblasserwaard.
Het is een bijeenkomst, geen oproer.
Het was een tijd van onrust en oproer in de regio.
Hij wil dat ik het oproer in Navarra help onderdrukken.
Dit is oproer.
De oproer tegenhouden voordat het groeit.
Het is Bourgondië die oproer aanwakkert.
Ik wil geen oproer veroorzaken.
De kerk was in een oproer.
Hij zei,"Wat is dit oproer?