Voorbeelden van het gebruik van Oproer in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
De kermis is afgelopen wegens openlijk en brutaal oproer en insubordinatie.
Vijandelijkheden, burgeroorlog of oproer;
Laat anderen maar gaan. ik ben niet verantwoordelijk voor dit oproer.
En de Opstand rebelleert tegen het Oproer.
Binnen enkele uren na z'n dood veroorzaakten rebellen een oproer… Terug.
Isaacs verdwijning heeft voor oproer gezorgd.
Ik wil geen oproer veroorzaken.
Dat is oproer.
Het is een bijeenkomst, geen oproer.
Verzet in Milaan, oproer in Hongarije.
Er was een oproer.
We moeten de massa in oproer brengen.
Oproer naast de pauselijke vader?
Tijdens dit oproer werden zo'n 250 mensen gedood.
Oproer was het gevolg.
Dus jullie zijn beter in oproer dan ons?
Misschien iets te veel oproer.
In die zin is ‘lawaai maken' synoniem met staking en oproer.
De kranten hebben het over oproer. En revolutie.
Dat is alles van de dag voor het oproer.