Examples of using Overloper in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Jij overloper. Barnes!
Marcus Collins is een overloper.
Je opa die zowel een overloper als heer is.
Ze zagen hem nu als een overloper en een gevaarlijk revolutionair.
Het is de piloot, de overloper.
Ik bedoel, wil je een held zijn of een overloper?
Jij overloper. Barnes. Barnes!
Jos. Smerige overloper.
Dit is allemaal vanwege die overloper.
Je leeft nog steeds, jij overloper.
Het volk verkettert de verrader en overloper Horst Müller.
mogelijk een overloper.
Jij overloper. Je liegt!
En jij, jij bent een overloper.
Ik weet wie de overloper echt is.
Een deserteur? Hij noemt zichzelf overloper.
Prima. Dat heet ze vanaf nu Overloper.
gisteren… hij is een overloper.
Heb je van de rebellerende overloper Erskine Mannix gehoord?
Een deserteur? Hij noemt zichzelf overloper.