Examples of using Papiertje in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Schrijf het adres op een papiertje.
Wat is er met het Milk Blast reep papiertje?
Brandschoon. Moet eerst maar eens iemand vinden, jouw papiertje.
Dus ik heb dit papiertje niet nodig.
Laat maar, ik heb wel een Milky Way papiertje.
Geef dat papiertje.
We schrijven elk ons idee op een papiertje.
Het enige dat ik vannacht gelezen heb, was dat stomme Biscotti papiertje.
Zelfde zak. Zelfde papiertje.
Dit is een naam op een papiertje.
McGee vond een kauwgom papiertje in opslagruimte.
Dat is slechts een papiertje.
Kies een papiertje.
McGee vond een kauwgom papiertje in opslagruimte.
Uw man moet even dit papiertje ondertekenen.
We gaan dat papiertje halen.
Ze zei dat een papiertje niemand zou tegenhouden.
Er staat nog iets op dat papiertje.
Wauw, je grijpt dat papiertje in één keer!
We schreven het op een papiertje.