Examples of using Part-time in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het is Caltech geworden, part-time.
Hij werkt hier sinds twee weken part-time.
Weet je, part-time.
Hiervan werkt bijna 50% part-time.
Sorry, maar ik heb m'n part-time baan vandaag.
Mogelijkheid om$$ genereren part-time of fulltime.
Ja hun vader was een part-time dominee.
Hé, Baek Seung Jo werkt part-time in een restaurant?
Je begon die part-time baan.
Alle medewerkers werken hier part-time.
En wat is deze part-time baan?
Ik werk hier part-time.
Ze kwam bij mijn part-time werk.
Motoki werkt part-time bij de speelhal.
Daarna ben ik part-time bij een reclamebureau gaan werken.
Wilt u een part-time of een fulltime dienstmeisje?
Charlotte werkt bij Event'ives als part-time graphic designer sinds juli 2010.
Ik doe het nu alleen part-time.
Wordt dit jouw nieuwe salon?(stoelhuur/ ZZP) of part-time.
Tand- en oogheelkundige hulp wordt geboden door medici die een part-time of full-time salaris genieten.