Examples of using Piet in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
José, Piet en een lik van Sepp.
Gefeliciteerd. Piet, Martin.
Gelukkig bleef Victor bij me, zodat Piet door kon lopen.
Zwarte Piet is racisme vs. Zwarte Piet is traditie.
Je was een beetje hard voor haar, Piet.
Zijn besluit was, dat Piet voorzitter moest worden.
Nu is Zwarte Piet de baas.
Kom op, Piet.
En worden de voorstanders van Zwarte Piet ook bedreigd?
We zijn failliet, Piet.
Racisten vergelijken Mandela met Zwarte Piet.
Robert vroeg het. Piet wilde bowlen.
Ik had couscous genomen en Piet een tajine.
Niet uitgegeven aan Piet Fischer, maar aan Piet Préker.
Ham met champignons als voorgerecht, Piet nam soep.
Hee, je bent een goeie gozer, Piet.
En toen was het op. Zelfs Piet kreeg dorst.
Jij bent de slimste van ons allemaal, Geel Piet.
De rest van de dag bracht Piet door in Genk.
Het is iets wat Piet zei.