Examples of using Plof in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik hoorde een plof.
Er was alleen zo'n… plof.
Jij plof. Plof. Kijk.
Dat klonk als een plof.
Angstige ademhaling plof.
Ik plof neer en probeer te ontspannen.
Goede tegel met een milde kick plof.
Ik plof in de zetel, en zet de tv aan.
Wat nog meer? Ik hoorde een plof.
Ik plof bolletjesfolie.
Plof neer in een comfortabele sofa
Plof neer op één van de relaxte fauteuils en geniet.
Plof! daar sprong zij in het water.
Plof neer op een van onze luxe Chesterfield fauteuils
Plof je kleren maar op de taboeret die daar staat.
Plof lekker neer en kijk straks naar de wedstrijd.
Plof. Als die een fractie te laat opengaat.
Ik kroop uit de boom en plof!