Examples of using Razen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
In mijn bed hoor ik de wind razen.
De wind en de kracht die langs m'n gezicht razen.
Ik ben de engel die het razen vermindert.
Als je die wand voorbij ziet razen.
Ik hoorde de wind razen en fluiten!
Niet zolang wij de nazi's over Europa laten razen.
Niet zolang wij de nazi's over Europa laten razen.
Mijn gedachten razen rond.
Ik weet niks van het razen.
De stormen razen op de golvende zee
Het razen van de ruwe winden.
Meteoren razen langs uw planeet, maar het ergste komt nog.
Die tegen mij razen, zweren bij mij.
Wie tegen mij razen, gebruiken mijn naam als een vloek.
We razen op de afgrond af.
Als donder en bliksem razen, moeten mensen op hun hoede zijn voor vernietiging.
Drie kleine jongens razen voorbij op steppen en zwaaien.
Burgeroorlogen razen nog steeds en tirannen regeren nog in diverse landen.
Op Kerstavond razen twee transgender vrouwen door de achterbuurten van L.A.
Films razen voort als treinen, blindelings.