Examples of using Shackleton in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik zag Shackleton.
Bijna boven Shackleton.
Waar is Shackleton?
De Shackleton is getroffen.
Greg Shackleton. Welkom.
Ik ben Ernest Shackleton.
Die inspecteur Jodie Shackleton.
Dit is zeker de Shackleton.
Geen excuses, Shackleton.
Shackleton dacht van wel.
Attentie Shackleton, alle hens!
Het Greg Shackleton van 7.
Lady Shackleton heeft volkomen gelijk.
Je gaat geen Shackleton maken.
Nee, maar Shackleton is gek.
Shackleton, dit is de Hayward.
Hoe zit dat bij Shackleton?
Lady Shackleton komt bij mij lunchen.
Kapitein, C-ZSK, Shackleton is verdwenen.
Nathan James, dit is de Shackleton.