Examples of using Start in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je nieuwe leven start morgen. Bedankt, kapitein.
Dus start je onderzoek en bewijs dat.
Start de lancering. T-minus vijf minuten tot lancering.
Brian, start m'n auto?
Windcondities simuleren voor helikopter start en landing op een schip.
Monitoringseisen bij start van de behandeling.
Installeer en start het hulpprogramma door de volgende lopende instructies.
C& A start met het gebruik van elektrische voertuigen.
Je nieuwe leven start morgen. Bedankt, kapitein.
Start met de luchtcampagne!
Computer, start beveiligingsprotocol heiligdom.
Iemand start CPR. Kate!
Start route naar het Mercy King Hospital.
A Na start van de behandeling met 5 maandelijkse injecties.
De start is in 50 minuten.
Start het programma vanuit het menu Start
Een concert start met de intro van de MCD.
Zwart start de klok, en wit speelt.
Start de operatie. Zeg iets.
Start de dialoog.