Examples of using Steengoed in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Steengoed vloer, eiken deuren
Je bent er wel steengoed in.
Hij is steengoed.
Spinsteen, steengoed met zoutglazuur, 16e eeuw Sjoerd.
Ze zijn steengoed.
Katharina maakt ook grote abstracte sculpturen van steengoed.
Het is steengoed.
Aardewerk is zachter en minder duurzaam dan steengoed en porselein.
Ik ben gewoon steengoed.
PROMOTIES en de ontmijning van steengoed buiten 2 cm plaat.
Snap je wat ik bedoel? Het is steengoed.
Vintage Koninklijke Copenhagen Ildpot steengoed door Grethe Meyer.
Ik ben er steengoed in.
Het materiaal is fijn porselein en fijne steengoed.
Je bent echt steengoed.
Met terrazzo vloer in de begane grond en steengoed op zolder.
Niet bijster origineel dus, wel steengoed en op bepaalde momenten ook bloedstollend mooi.
Kristallijne en koper rood aardewerk in steengoed en porselein.
Vloer tegel interieur HuisVesting in hoge kwaliteit steengoed.
Dit is steengoed.