Examples of using Stro in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Onder het stro.
Ze lijken hier te beginnen in dat stro en zaagsel.
Hoe bouw je een huis van stro?
Leg er genoeg dekens en stro in.
Where krijg ik de koppen en het stro?
Je haar voelt aan als stro.
Z'n haren waren als stro.
Voor het scheiden van lichtere zaden, kaf, stro en stof.
En kijk, er is zelfs een bedje van stro.
Dus bouwde hij een huis van stro.
Oswald. Ik ben geen domme boerin met stro in m'n hoofd.
Zand water modder stro.
Één van hun bouwt zijn huis helemaal van stro.
Ik vond hem met z'n gezicht in het stro.
De schuur… Een kar en stro.
Ik ben allergisch voor stro.
Per dag voor trainen, inclusief hooi en stro.
Zand water modder stro.
Grapje. Waar is dat papier? Stro.
We zijn 't beu op stro te slapen.