TERLOOPS in English translation

casually
terloops
nonchalant
casual
zomaar
toevallig
achteloos
losjes
doodleuk
by the way
overigens
tussen haakjes
way
door de manier
terloops
door den weg
incidentally
overigens
trouwens
toevallig
tussen haakjes
terloops
ook
sporadische
passing
passeren
doorgeven
gaan
voorbij
overgaan
komen
slaag
voorbijgaan
doorgaan
doorstaan
mentioned
noemen
vermelden
vermelding
sprake
vertellen
wijzen
gewag
gedenk
opmerken
hebben
indifferently
onverschillig
onpartijdig
achteloos
terloops

Examples of using Terloops in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Met een man die terloops talloze Belters vermoordde.
With a man who casually murdered countless belters.
Ze is prachtig, terloops.
She's gorgeous, by the way.
Als we hem zien, zeggen we terloops.
And when we see him, we casually blurt out.
Wat ik heb gedaan, terloops.
Which I have done, by the way.
Iedereen kon daar heel terloops binnengewandeld zijn.
Anyone could have strolled in there quite casually.
Dat is een aanwijzing, terloops.
That's a clue, by the way.
Ze zei het zo terloops.
She said it so casually.
Monroe, terloops.
Monroe, by the way.
Gewoon laten vallen in een gesprek zeer terloops.
Just simply drop it into a conversation very casually.
Ze stierf arm, terloops.
She died poor, by the way.
Het kan worden gekleed terloops glamoureuze jurk gebracht.
It can be dressed casually glamorous gown brought.
Je bent welkom, terloops.
You're welcome, by the way.
De keuze voor deze plek viel niet terloops.
The choice to this place fell not casually.
Je snurkt, terloops.
You snore, by the way.
Zomaar terloops.
Just casually.
Mijn naam is Jack, terloops.
My name is Jack, by the way.
Wat kan je dat terloops zeggen.
How casually you can say that.
Ik was de helft van de nacht wakker, terloops.
I was up half the night, by the way.
Zei hij terloops.
He said, casually.
Hij heet Rafi Paiz, terloops.
His name is Rafi Paiz, by the way.
Results: 422, Time: 0.0881

Terloops in different Languages

Top dictionary queries

Dutch - English