Examples of using Tweeen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hou op met vechten! ik zal met jullie tweeen meegaan.
EEN van jullie knikte EEN van die dingen in tweeen.
Geweldig. Dan laat ik jullie tweeen met rust.
Het snee hem zo in tweeen.
Behalve jullie tweeen.
Iedereen wegwezen Behalve jullie tweeen.
Wij zijn maar met z'n tweeen… en we moeten bij elkaar blijven.
Met ons tweeen bedoel ik.
Ik weet dat jullie tweeen goeie vrienden gaan worden.
Die zijn met z'n tweeen.- Waarom?
Maar er is een foto van ons tweeen die mijn favoriet is.
Ik wil ze geen van tweeen.
Kun je me vertellen hoe en wanneer jullie tweeen elkaar ontmoetten?
Soms voel ik me alsof ik tweeen gedeeld ben.
alleen ons tweeen.
We waren maar met z'n tweeen.- Spijt.
ik je ooit weer zou zien, ik je in tweeen zou hakken.
gooide een sigaret machine in tweeen.
En als je hier naar toe gaat, dan hebben we één vier nul tweeen, en nul enen.
Het is drie jaar geleden dat wij tweeen hier voor het laatst waren.