Examples of using Weet dat het waar is in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Kijk in uw hart, u weet dat het waar is.
Iedereen heeft dat gedaan. U weet dat het waar is.
En ik weet dat het waar is.
Ik wil dat je weet dat het waar is.
Ik weet dat het waar is, want weet je.
Ik weet dat het waar is.
Geloof datgene waarvan jij weet dat het waar is.
U weet dat het waar is.
Nee, je weet dat het waar is.
Weet dat het waar is!
Ik weet dat jij weet dat het waar is.
Wie weet dat het waar is?
Mijn rationele kant weet dat het waar is.
Ik weet dat het waar is.
Je weet dat het waar is.
Een feit waarvan niemand weet dat het waar is.
Of dat ik weet dat het waar is.
Je weet dat het waar is.
Want je weet dat het waar is.
Ik weet dat het waar is.