Examples of using Weten waar in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik zou niet weten waar ze zijn.
Ik wil weten waar Paul en Annie zijn.
Jullie weten waar je toen was.
Weten waar de belangstelling van de mensen die games spelen ligt.
Stel dat we weten waar ze is.
Iemand moet toch weten waar hij zit.
We moeten weten waar ze zijn ingebroken.
Nu zullen we weten waar we vandaan kwamen.
Ik wil weten waar Paul en Annie zijn.
Ik zou niet weten waar ik heen moet.
Omdat ze weten waar het staat?
We weten waar jij je wiet lingo hebt opgepikt, Jeff.
Niet weten waar u bent gedesoriënteerd.
Ze weten waar ze is.
Die persoon moet weten waar de dader en Katia zijn.
Ik moet weten waar hij heen gaat.
Ik moet weten waar we zijn.
Francis, we weten waar hij is.
Omdat ze weten waar het staat?
U moet weten waar ze heen zou gaan.