Examples of using Need to know where in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
We need to know where they're hiding.
We need to know where the money is.
I need to know where you were last night.
I need to know where Tess is, Nicole.
We need to know where you were last night.
We willen weten waar je gisteravond was.We need to know where he keeps it.
We moeten weten waar hij alles bewaart.I need to know where you stand.
Ik wil weten waar jij staat.No… I need to know where she is.
Ik moet weten waar ze is.We need to know where you are.
We willen weten waar je bent.We need to know where they have taken Rush.
We moeten weten waar Rush heen is gebracht.Jadalla Bin-Khalid… I need to know where they are.
Ik wil weten waar ze zijn.But I need to know where Ray is.
Maar ik moet weten waar Ray is.We need to know where you are all the time.
We willen weten waar je uithangt.We need to know where he's going.
We moeten weten waar hij naartoe gaat.I need to know where.
Ik wil weten waar.I need to know where Tess is.
Ik moet weten waar Tess is.We need to know where they are, now.
En we willen weten waar ze nu zijn.We need to know where they are now.
We moeten weten waar ze nu zijn.And I need to know where.
Ik wil weten waar.I need to know where the nephilim is… Jack.
Ik moet weten waar de Nephilim is-- Jack.
