Examples of using Wogen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De betonblokken wogen elk 2, 5 ton per stuk.
Toen zag ik hem wogen.
De ketchupflessen wogen ongeveer evenveel als de bombrieven.
Hij kan hier in een menselijke gedaante wogen.
Ze wogen ongeveer 5 kilo en hadden een lange staart.
Zij worden heel donker als wij wogen.
We wogen het op de werf.
Hij zei dat hij Kuma zag wogen.
Ze wogen te veel.
Ik kan niet zomaar wogen.
Kleurig geklede dames die hun oogst wogen.
Ik zal hem wel laten wogen.
Ja, de 1960 modellen wogen een halve ton.
Ik kan het niet, ik kan niet wogen.
Zag je hem wogen?
De oude eenheden met vergelijkbare afmetingen wogen 127, 850 lbs.
Zag je haar wogen?
De eerste koptelefoons voor telefonisten wogen meer dan 5 kilo.
Ik?- Wat? Ik wist niet, dat ik zou moeten wogen.
Ze verwijderden, wogen en plaatsten elk orgaan in haar lichaam terug.