ZEG HET EENS in English translation

tell me
vertel me
mij vertellen
zeg
zeggen me
talk to me
praat tegen me
vertel me
me praten
spreek tegen mij
met me bespreken
zeggen
spreek tegen me
say it again
het nog een keer zeggen
zeg het nog eens
zeg het nogmaals
zeg het opnieuw
het weer zeggen
dat herhalen

Examples of using Zeg het eens in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Zeg het eens, Chente?
What's up, Chente?
Zeg het eens, Connie.
Talk to me, Connie.
Zeg het eens.
Come on tell me.
Zeg het eens, Nell?
What's up, Nell?
Zeg het eens, coach.
Talk to me, Coach.
Zeg het eens, Beckett.
Beckett, tell me.
Zeg het eens, Lana?
What's up, Lana?
Zeg het eens, Archie.
Talk to me, Archie.
Zeg het eens, Mau?
What's up, Mau?
Zeg het eens, raadselachtige spreker.
Imperfect speaker, tell me more.
Zeg het eens, Jackson.
Talk to me, Jackson.
Zeg het eens, Ayla?
What's up, Ayla?
Zeg het eens Teal'c?
Tell me, Teal'c?
Zeg het eens, Christopher.
Talk to me, Christopher.
Zeg het eens, Chuck?
What's up, Chuck?
Zeg het eens, reus.
Tell me, giant.
Zeg het eens, Mike.
Talk to me, Mike.
Zeg het eens, Liv?
What's up, Liv?
Je gaat het nog een keer proberen. Zeg het eens.
I figure you might try once more. Tell me.
Zeg het eens, Eddie.
Talk to me, Eddie.
Results: 95, Time: 0.0427

Word-for-word translation

Top dictionary queries

Dutch - English