Examples of using Ziel in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De ziel moest worden vrijgekocht:
Leven in de ziel van albert schweitzer.
Zeg mijn vrienden dat hun ziel in goede handen is.
Die boodschap werd me ingegeven door de ziel van de planten.
Haar ijskoude ziel.
Seigneurs ziel hoort thuis op de zee.
Vanaf haar allereerste aanvang is de ziel reëel;
Haar zwaard vangt de ziel van het slachtoffer.
Ik bid voor uw ziel.
Maar trapte ook op de ziel van mijn vrienden.
M'n ziel zal nooit de weg naar huis vinden.
Het Geheim van Grootheid en de Ziel van Goedheid.
Haar zwaard vangt de ziel van 't slachtoffer.
Maar onze act was de ziel van de show!
Altijd in onze ziel.
Hij heeft een ziel," zou ze zeggen.
De Eskimo's geloven nog steeds dat de ziel drie dagen bij het lichaam blijft.
verliezen we meer dan onze ziel.
Ja, inderdaad… toewijding van lichaam en ziel.
We eren onze emoties, zodat onze ziel kan zweven.